Bertien van Manen
Na een studie Franse taal en letterkunde in Leiden begon de carrière van Bertien van Manen (1942, Den Haag, NL) als fotomodel. Al snel leek het haar interessanter om achter de camera te staan in plaats van ervoor. Zo werd ze vanaf 1977 modefotograaf, onder meer voor het vrouwentijdschrift Viva.
Toen ze kennis nam van het fotoboek The Americans van de Amerikaanse fotograaf Robert Frank, nam haar fotografie een andere wending. Vanaf toen ging ze zich, geïnspireerd op dit beroemde voorbeeld, richten op de rauwe realiteit van het alledaagse leven.
Van Manen breekt door met de foto’s die ze maakte in de voormalige Sovjet-Unie vlak na de val van het IJzeren gordijn. Ze zocht daarin de poëzie in modderige dorpjes en grauwe betonsteden en vond menselijke waardigheid, triestheid en — anders dan in het werk van Robert Frank — vrolijkheid. Haar stijl onderscheidde zich van veel andere reportagefotografen doordat de mensen zich op haar foto’s prima op hun gemak voelen. Er is niets in scene gezet of gedramatiseerd.
“Wat ik ga fotograferen weet ik nooit van tevoren. Ik ben altijd op zoek naar iets hoewel ik zelf niet precies weet wat dat is. Maar ik herken het als ik het tegenkom”.
En: “Fotografeer nooit wat je als eerste opvalt!”
Als ze door de Sovjet-Unie reist, in de jaren dat deze unie uiteenvalt, portretteert zij de bewoners alsof ze een van hen is. Dat kenmerkt haar inlevende werkwijze. Ook op hoge leeftijd blijft Van Manen reislustig. Ze fotografeert met een gewone kleurcamera maar wel altijd met gebruik van filmrolletjes, “wat een veel betere kwaliteit oplevert”.