Hans van Bentem
MONUMENT 1997
Op het plein voor de hogeschool staat een fel turquoise beeld van keramiek van Hans van Bentem. Het is voorzien van twee boegbeelden: een feniks en een engel. Aan een andere zijde een alziend oog. Bovenop staat een hart waaruit vlammen opstijgen. En aan de voet sluipt een panter.
De sokkel van het beeld heeft de vorm van een rots. Het is een vreemd aandoende mix van elementen die al van afstand de aandacht trekt.
Van Bentem maakte het opvallende werk speciaal voor deze plek, waar het de ingang van de hogeschool markeert.
De verschillende elementen in dit beeld ontleent hij aan de populaire cultuur, de natuur en de klassieke cultuurgeschiedenis.
“Destijds is er zo’n beetje een hele wijk omgeploegd voor De Haagse Hogeschool en met dit beeld wilde ik ook een soort ‘herinnering aan de historie’ uit de grond laten komen. Alle symbolen komen samen in het grote beeld en ‘ECHO’s” verschijnen door het gebouw. Zo ontstaat er een verbinding tussen buiten en binnen.”
Met zijn beelden wil Van Bentem de cultuur van nu ‘bevriezen’. Dat is dan de cultuur van het postmodernisme, waarin symbolen en vormen uit verschillende religies, regio’s en tijden door elkaar heen worden gebruikt. Het gaat om herkenbare vormen maar dan zonder de lading die ze hebben of hadden in hun oorspronkelijke contexten. Van Bentem plakt ze in deze grote sculptuur aan elkaar als in een collage.
Elders keren de verschillende elementen terug als zelfstandige sculpturen maar dan in andere kleuren. Links van de ingang verschijnt de engel op een bakstenen muur, nu in wit geglazuurd. De panter sluipt over een binnenplaats en in een koffiecorner straalt het brandend hart je naast de snoepautomaten in fel rood en geel tegemoet.