LONGREAD: Een verborgen parel
Een verborgen parel
Ruim vijfentwintig jaar geleden stond galeriehouder en kunstadviseur Jurriaan van Kranendonk aan de wieg van de museale kunstcollectie van De Haagse Hogeschool.
Met Annelies van Rosmalen als coördinator kunstzaken krijgt de collectie, die inmiddels zo’n tweehonderd werken omvat, weer de aandacht die ze verdient.
Van Kranendonk blikt enthousiast terug op de jaren negentig van de vorige eeuw, toen hij werd gevraagd na te denken over de kunst die de hogeschool tentoon zou kunnen stellen in de nieuwbouw in het Laakhavenkwartier. Uit zijn koker kwam het idee om in het nieuwe gebouw, waar in 1996 alle opleidingsrichtingen in Den Haag onder één dak werden samengebracht, vier verschillende kunstmedia te introduceren: schilderkunst, beeldhouwkunst, conceptuele kunst en fotografie.
De Belgische fotograaf Carl De Keyzer kreeg de opdracht alle locaties van de hogeschool die verlaten zouden worden, vast te leggen. Aan de Rotterdammer Jannes Linders werd gevraagd de nieuwbouw te fotograferen.
‘Op deze manier creëerden we in één keer een fotografiecollectie over de geschiedenis van de hogeschool’, aldus Van Kranendonk. Niet lang nadat De Keyzer de opdracht had gekregen, trad hij toe tot het fameuze fotopersbureau Magnum. ‘Als we hem iets later hadden gevraagd, was het misschien niet mogelijk geweest met hem te werken’, vertelt Van Kranendonk.
Linders was destijds al een bekende architectuurfotograaf, die gebouwen vastlegde nadat ze voltooid waren. ‘Een bouwproces van begin tot eind volgen, had hij niet eerder gedaan, dus het was voor hem een interessante opdracht.’
Hoogste werk ooit
Dat was het ook voor Stephan Balkenhol, in die tijd in Duitsland al een gevierd beeldend kunstenaar. Hij kreeg het atrium toebedeeld als plek voor een kunstwerk en kon daar zijn tot dan toe hoogste werk ooit realiseren. Van Kranendonk weet nog goed dat hij bij Balkenhol op bezoek ging in zijn atelier in de Vogezen. Daar groeiden Amerikaanse eiken waar hij sculpturen uit maakte.
‘Het reusachtige beeld dat nu solitair in de centrale hal staat, komt uit één zo’n boom en is in twee delen op een oplegger naar Den Haag vervoerd.’
Roland Schimmel had nog nooit een wandschildering gemaakt en Hope for Happiness, de oranje wand met turquoise en felroze bollen, was zijn primeur in dit genre.
‘Neem vooral de tijd als je dit kunstwerk bekijkt, dan gebeurt er echt iets’, adviseert Van Kranendonk.
De Amerikaan Lawrence Weiner tekende voor een conceptueel werk dat links van de ingang op de gevel van het pand is bevestigd: even boven de waterlijn. Voor hem was het de eerste keer dat zijn werk in een onderwijsinstelling te zien was.
Van Kranendonk: ‘Gek genoeg is er in heel Nederland nog steeds maar een klein aantal werken van Weiner in de openbare ruimte te bewonderen.’
Belevingswereld
Het grootste deel van de huidige kunstcollectie van De Haagse Hogeschool, die inmiddels zo’n tweehonderd werken omvat, bestaat uit fotografie. ‘Het doel van de collectie is te inspireren, iets anders te laten zien dan wat de studenten in het dagelijks onderwijs meemaken, zoals de schijnbaar onbelangrijke momenten in de werken van Elspeth Diederix en Mette Tronvoll’, aldus coördinator kunstzaken Annelies van Rosmalen.
Van Kranendonk vult aan: ‘De museale collectie van de hogeschool is een verborgen parel. Doordat er vanaf de opening van het gebouw kunst aanwezig is, is het een vanzelfsprekendheid geworden. Studenten worden er terloops mee geconfronteerd.’ De rode draad van de collectie hedendaagse fotografie is de mens in relatie tot de gebouwde omgeving en architectuur. ‘Zo houd je structuur in de collectie’, meent Van Kranendonk.
‘Die relatie tussen mens en omgeving kun je ook goed terugzien in het werk van Bertien van Manen. In Odessa fotografeerde zij vrouwen die op straat eten klaarmaken en in China een 24-uurs bioscoop waar iedereen in zijn eigen hokje kan zitten. Zelfs als er geen mensen in de foto’s aanwezig zijn, zoals in de Mexicaanse interieurs van Wijnanda Deroo, speelt deze relatie een rol: je voelt juist heel sterk de aanwezigheid van mensen.’
De Haagse kunstenaar Johan Nieuwenhuize sleepte in 2018 een opdracht in de wacht voor het maken van een nieuw kunstwerk, The Bubble. ‘We wilden een kunstvorm die we nog niet in de collectie hadden’, zegt Van Rosmalen. ‘Daarnaast moest het inhoudelijk aansluiten bij de belevingswereld van studenten, bij actuele maatschappelijke vraagstukken en bij voorkeur zichtbaar tot stand komen in de hogeschool of met participatie van studenten.’
Herbestemming voor Streuli
Jarenlang hebben 33 portretten van studenten, in 2006 gefotografeerd door de Zwitserse beeldend kunstenaar Beat Streuli, de wanden in de kantine op de begane grond gesierd. Vanwege een recente verbouwing moesten de foto’s weg en is er, in overleg met de kunstenaar, een andere plek in de ruimte tussen Ovaal en Strip gevonden.
Streuli maakte speciaal hiervoor een nieuwe compositie van de bestaande foto’s. Sinds het begin van het studiejaar 2020 hangen er dertig, nog altijd relevante, portretten op de hoge muur tegenover de oranje wandschildering van Roland Schimmel. ‘Het had weinig gescheeld of we hadden geen Streuli meer gehad’, aldus Van Kranendonk.
‘We hebben het aan het doorzettingsvermogen van Annelies te danken dat de foto’s opnieuw zijn afgedrukt en een herbestemming hebben gekregen. Op een plek waar ze misschien nog wel beter tot hun recht komen.’
De collectie is continu in beweging, al is er volgens Van Rosmalen het afgelopen decennium te weinig aandacht voor geweest. Ze heeft inmiddels een inventarisatie gedaan en er deze website waarop de collectie te zien is. Ook is er restauratiewerk verricht, een taxatie uitgevoerd en worden er activiteiten rond de collectie georganiseerd, zoals rondleidingen en een speurtocht. ‘De aandacht van de kunstcommissie, waar onder meer drie docenten deel van uitmaken, is gericht op het inzetten van de kunstwerken in het onderwijs’, zegt Van Rosmalen.
‘De hogeschool heeft wereldburgerschap hoog in het vaandel. We willen onze eigen blik daarom ook verbreden, werken aan meer culturele diversiteit in de collectie om goed aan te kunnen blijven sluiten bij dat wereldburgerschap en bij de belevingswereld van studenten.’
Een groot deel van de collectie heeft een tijdje in depot gestaan, maar langzaam maar zeker krijgen verschillende werken weer een plekje. Zo heeft de afdeling verpleegkunde sinds kort een drieluik van fotograaf Hans Aarsman op de gang.
‘Zij hadden inhoudelijke redenen om dit werk daar op te hangen’, vertelt Van Rosmalen. Naar aanleiding van een interview met een van de studenten voor dit boek is het werk van Anton Corbijn verplaatst van de bestuurskamer naar café West 75.
In het gesprek kwam naar voren dat deze student het werk miste. ‘Zulke verzoeken van medewerkers en studenten kunnen we niet altijd inwilligen, maar ze dragen bij aan een waardevolle manier van omgaan met de collectie.’